Al twee eeuwen wordt hier kalk geproduceerd

De kalkfabriek van de familie Vincent in Ternant gaat al twee eeuwen over van vader op zoon. Zij zijn de enige kalkfabrikanten in de Bourgogne Franche-Comté en een van de weinige onafhankelijke fabrikanten in Frankrijk.

We gaan op bezoek.

Aan de zuidelijke rand van de Nièvre, op de grens met de Saône-et-Loire, ligt het dorpje Ternant met zo’n 192 inwoners. Het heeft als bezienswaardigheid twee schitterende triptiek altaarstukken uit de 15de eeuw, ondergebracht in de Saint-Roch kerk en staat ook bekend om zijn oude kalkovens, die de Vincent’s tot op de dag van vandaag in stand houden.

Om er te komen moet je het bord naar Savigny-Poil-Fol volgen, via het gehucht Hiry. De gemeente heeft er ook nog een bordje onder geplaatst, Route des chaufourniers. Een kilometer verderop over een landweggetje kom je bij de boerderij van de Vincent’s. Je ziet al snel de silo en de steengroeve in een prachtige oker kleur verlicht door de zon, omgeven door groene weiden. Het pad ernaartoe is moeilijk begaanbaar. Victorien Vincent, hoed op z’n hoofd, heet ons van harte welkom.

Alle stadia van de productie

En dan is het tijd voor de rondleiding. Victorien vertelt over zijn vak en zijn jeugdherinneringen, verrijkt met zijn wetenschappelijke en technische kennis. ‘We maken in Ternant kalk van vader op zoon sinds 1835. Wij voeren alle productiestadia uit, van de ontginning van het kalksteen tot het uitstrooien bij de klant. In de loop van de tijd hebben we veel geïnvesteerd en onze installaties gemoderniseerd. Aan het oorspronkelijk productieproces hebben we niets veranderd. We produceren natuurlijke kalk, calcium en magnesium van hoge kwaliteit. We waren ook pioniers in het verspreiden van kalk in het begin van de jaren zestig. De landbouwgrond is hier van uitzonderlijke kwaliteit omdat het een zeer kalkhoudende klei is, ook wel mergel genoemd.’

Hij vervolgt: ‘Deze grond geeft een zeer vettig vitaminerijk gras met dezelfde elementen die ook in onze kalk voorkomen, wat zeer gunstig is voor de natuurlijke ontwikkeling van het vee. Daarom vind je hier in Ternant de beste Charolais-fokkerijen van de Bourgogne.’ Deze natuurlijke kans heeft van Ternant een gemeente gemaakt waarin de kalkfabrieken sinds de industriële revolutie welvaart brengen. ‘Vroeger werkten hier 70 arbeiders om de kalkovens van de boeren Jonas, Berthelot en Vivant te bedienen. Mijn familie is altijd ongebluste kalk blijven produceren op dit terrein. De kalksteengroeve is ondertussen uitgegroeid en beslaat nu twee hectare.’

De groeve is ontstaan in de Vroeg-Jura periode (ongeveer 205 tot 175 miljoen jaar oud)

Zeven generaties van vader op zoon zijn elkaar opgevolgd sinds Nicolas, de oprichter, in 1812 werd geboren. ‘Mijn overgrootvader Pierre, had 17 arbeiders. Vandaag de dag ben ik alleen op de boerderij met mijn vader Pierre-Gaston, die zo nu en dan bijspringt. We produceren 2.500 ton natuurlijke ongebluste kalk per jaar in onze twee ovens, onderverdeeld in drie producten: gebakken ongebluste kalk, magnesiumkalk en dolomitische kalk, die we in het voorjaar over het land verspreiden. De steengroeve waaruit we de kalksteen halen is ontstaan in de Vroeg-Jura periode (Lias). De afzetting werd gevormd in een warme zee over een periode van 8 miljoen jaar. Daarna steeg de temperatuur van de planeet en trok de zee zich terug. In het zuiden van de gemeente ontstond een grote opening waar de afzetting zich vastzette, zodat er twee kalkaders overbleven. Door de hoge temperaturen ontstonden er verticale scheuren in het gesteente. Vervolgens steeg de zee weer, waardoor er klei in de scheuren sijpelde dat voor een andere samenstelling zorgde.

Bijna 95% van zijn klanten zijn boeren en fokkers binnen een straal van 50 km

Hij beschrijft de kleuren van de verschillende lagen met zijn vingertoppen. ‘In het bovenste gedeelte is het kalksteen lichtgeel, in het centrale gedeelte is het beige en blauw en bestaat het volledig uit fossielen. In het onderste gedeelte is het kalksteen donkerblauw, en soms zwart. De kalk die we produceren is natuurlijk, vet en grijs. We noemen dat ongebluste kalk (calciumoxide). Het wordt beige in de staat van gebluste kalk (calciumhydroxide). Door zijn aard, d.w.z. zijn vorm en samenstelling, is onze kalk zeer gewaardeerd en geschikt voor de landbouw. De boeren en fokkers uit de buurt zijn een trouwe klantenkring die in de loop van de tijd is uitgebreid naar de andere departementen van de Bourgogne.’

Victorien, 37 jaar oud, heeft een commerciële opleiding gevolgd in Dijon. In 2011 heeft hij het bedrijf van zijn vader overgenomen. Hij herinnert zich als kind: ‘In een oude vrachtwagen met aanhanger ging ik samen met mijn vader kolen halen in Montceau-les-Mines. Dat was voor mij een heel avontuur. Op de kade deed een mijnwerker goocheltrucs speciaal voor mij. Ik vond het prachtig.’ Daarna komt er nog een herinnering aan zijn overgrootvader boven. ‘Vroeger kwamen de boeren hier met paard en wagen om kalk te halen. Een merrie die op het punt van bevallen stond kon nog net op tijd losgekoppeld worden. Toen het veulen was geboren, moest de merrie gelijk weer aan het werk.’

Duizend graden

De steen wordt mechanisch gewonnen uit de kalksteengroeve. Het wordt met een vermaler verkleind tot een aanvaardbare grootte voor het bakken. Het bakken gebeurt op 1000 graden in twee verticale tonvormige ovens (een uit 1901 en de andere uit 1956), waar het kalksteen en antraciet wordt vermengd. Het vuur wordt van onderaf aangestoken. Er is een ton antraciet nodig om zeven ton kalk te produceren. De gebakken en afgekoelde stenen worden van de bodem van de oven opgevangen en op een transportband achtergelaten. Vervolgens worden ze vergruisd tot een zeer fijn poeder, zonder in contact te zijn geweest met vocht. Het geheel wordt opgeslagen in een silo voordat het wordt uitgespreid over de weilanden van de boeren of voor particulieren in zakken wordt gedaan’, legt hij uit.

Aart Sierksma

Bron: La famille Vincent fabrique la chaux vive depuis près de deux siècles [Rémi Langlois]