Een boerderij met 29.700 kippen, een project dat vragen oproept
De bouw van een bio-industrie in Tintury ligt goed op schema. Alle goedkeuringen van overheidswege zijn verleend net als de bouwvergunning. Celine en Didier Championnat (lokale boeren) willen deze fokkerij starten op hun eigen terrein in Fleury-la-Tour, een gehucht van Tintury, een gemeente in de buurt van Rouy en Châtillon-en-Bazois.
Maar dergelijke installaties roepen nogal wat vragen op: 29.700 kippen in een gebouw van 1.300 m2.
Wat is precies de aard van dit project?
Het boerenbedrijf laat niet veel los over zijn toekomstige activiteiten. Het gaat samenwerken met “la Société LDC”, een bedrijf dat onder andere de merken Le Gaulois en Loué bezit. Deze onderneming levert de kuikens vlak na de geboorte en haalt na veertig dagen de kippen weer op. De dieren worden uitsluitend binnen opgefokt. “Alles is vooraf ontworpen en georganiseerd. Je kunt niet improviseren met een dergelijke productie,” bevestigt Eric Bertrand, voorzitter van de Chambre d’Agriculture de la Nièvre.
Een pluimveestapel van 29.700 is niet zonder reden: Als je onder de drempel van 30.000 stuks blijft heb je als eigenaar alleen een ICPE (een verklaring van de prefectuur voor Milieubescherming) nodig. Deze verklaring is al in juli 2015 afgegeven. Heb je tussen de 30.000 en 40.000 kippen dan moet je je aan een strengere procedure onderwerpen, en boven de 40.000 is een openbaar onderzoek verplicht.
Dergelijke installaties komen niet veel voor in de Nièvre. “Er zijn er slechts een paar van. Het kan voor variatie in het aanbod van landbouwbedrijven zorgen, hoewel we dat ook weer niet moeten generaliseren,” vervolgt Eric Bertrand.
Is aan alle wettelijke verplichtingen voldaan?
In dit stadium is het antwoord op bovenstaande vraag ‘ja’. Op 4 oktober werd de bouwvergunning afgegeven door de burgemeester van Tintury en van alle overheidsdiensten kreeg het een positief advies. “Deze boerderij past perfect binnen de huidige regelgeving,” zegt burgemeester Micheline Pradalier.
De eigenaren kunnen echter nog niet met de bouw beginnen. Ze moeten wachten tot de wettelijke termijn van beroep tegen de bouwvergunning is verstreken. Die duurt tot twee maanden na het verkrijgen van de vergunning. Op dit moment is er nog geen beroepschrift ingediend. Maar het is niet onmogelijk dat dit alsnog gebeurt omdat sommige bewoners zich zorgen maken, waarvan één in het bijzonder. François Hay, wiens tweede huis grenst aan de toekomstige fokkerij, probeert het protest te organiseren. Hij is een online petitie gestart. De waarde ervan is echter zeer relatief: hij heeft al meer dan 26.000 handtekeningen terwijl… Tintury slechts 195 inwoners heeft.
Wat zijn de zorgen van de buren?
Deze hebben betrekking op zowel de mogelijke overlast van deze fokkerij als op de veranderingen in het landschap.
- Stank: François Hay vreest stankoverlast door pluimveemest. De eigenaar, Didier Championnat, zegt dat zijn kippen op stro worden gehouden en niet direct op het beton, waardoor dit risico wordt beperkt. “Maar regelmatig zullen de stallen toch worden gereinigd en ontdaan van al dit stro. Waar wordt dit stro verspreid? En hoe vaak? Ik weet het niet”, zegt François Hay.
- Gebrek aan informatie: Michel Emile (raadslid) en zijn vrouw Marie-Christine, die iets verder weg wonen, stellen dat er een gebrek aan informatie over dit project is. “We weten van niets. De burgemeester wilde geen openbare bijeenkomst organiseren en de bouwvergunning is niet aan de buitenkant van het gemeentehuis opgehangen,” klagen ze. Micheline Pradalier verzekert dat ze de gemeenteraad op de hoogte heeft gebracht.
- De waardevermindering van de woningen: “Dit bedrijf zal het landschappelijke karakter van dit gebied verstoren en zorgen voor een waardevermindering van de huizen in de omgeving,” vrezen François Hay en Marie-Christine Emile. “Of je nu in de stad woont of op het platteland, alles heeft zo zijn voors en tegens,” antwoordt de burgemeester.
- Het dierenleed: “Levende dieren op het equivalent van een A4-tje. Is dat ethisch verantwoord?,” zegt François Hay.
Is er een alternatief?
Twee opvattingen over deze industriële fokkerijen staan lijnrecht tegenover elkaar. “We willen alles biologisch, maar dat is helaas niet mogelijk. De meeste consumenten hebben niet de middelen om biologische producten te kopen. We moeten niet alleen supermarkten voorzien, maar ook kantines en ziekenhuizen. Hiervoor hebben we industriële kippen nodig, het is nu eenmaal niet anders,” zegt Micheline Pradalier.
Xavier Niaux, voorzitter van de Vereniging van biologische boeren in de Nièvre (Gabni), weerlegt deze visie volledig. “Deze vorm van landbouw is ecologisch en economisch abnormaal. De kippen lopen op en over elkaar, ze branden de snavels om te voorkomen dat ze elkaar pikken, ze worden preventief behandeld met antibiotica om de verspreiding van ziekten te voorkomen… Ik spreek niet specifiek over dit project, want ik twijfel er niet aan dat alles volgens de regels verloopt, maar over het algemeen zien we meer en meer bio-industrie failliet gaan. Grote ondernemingen willen steeds minder voor dit soort bedrijven betalen. En consumenten willen steeds minder dit soort kippen eten… Er is een groeiende vraag naar biologische kippen die we niet kunnen beantwoorden door gebrek aan producenten. De toekomst van de Franse landbouw is: investeren in kwaliteit, niet in kwantiteit.”
Eric Bertrand is minder uitgesproken. “Kwaliteit, natuurlijk, maar er moet wel een markt voor zijn. Een paar maanden geleden wilden we een jonge boer helpen, die van plan was een kippenfokkerij te starten. Zijn kippen zouden buiten verblijven en na 70 dagen naar de slachterij gaan. Het slachthuis vertelde echter dat ze deze kippen niet konden aannemen, omdat er geen markt voor was. De LDC-groep, die zal werken met pluimvee uit Tintury, heeft nieuwe producenten nodig. Waarom wel Oost-Europese kippen importeren, terwijl je ze hier ook kunt fokken. We moeten onze ogen niet sluiten. Frankrijk importeerde meer dan 40.000 ton kip in de eerste helft van dit jaar.”
Aart Sierksma
Bron: ljdc, 29.700 poulets dans un élevage, un projet qui pose questions [Jean-Mathias Joly]