Kunsthandel

Als ik stel dat de tijd vliegt, verklap ik u niets dat u nog niet wist. Het is inmiddels al weer ruim dertien jaar geleden dat Rina en ik ons in Nederland lieten uitschrijven en een dag later als nieuwe ingezetenen van Frankrijk werden ingeschreven. Het formulier dat we daartoe in Nederland moesten inleveren, vermeldde met enige nadruk dat we de mogelijkheid hadden om Nederlands belastingplichtig te blijven. Als we daarvoor zouden kiezen, werd de opbouw van de AOW-rechten onverminderd gehandhaafd, zo stond vetgedrukt te lezen. Maar zie, ik had mijn 65-ste verjaardag gekozen als datum voor de dubbele transactie, dus er viel niets meer op te bouwen. En omdat niet alleen de Nederlandse belasting, maar vooral het strakke regime in mijn geboorteland mij tegen stond, werd ik contribuable en France.

Groot was mijn verbazing en verontwaardiging toen ik er achter kwam dat niettemin over de AOW- en pensioenuitkeringen uit Nederland sociale premies werden ingehouden. Geen idee of dat een misselijk trucje van de overheid van mijn vaderland was of misschien een Europese regel, maar ik was per maand een paar honderd euro kwijt aan premie voor met name AWBZ, als ik me goed herinner. Ik heb er nog over gedacht om bij het kantoor in Diemen thuishulp aan te vragen omdat ik thuis in La Celle-en-Morvan hulpeloos met mijn been in het gips zat, maar liet dat na omdat (a) ik er niet van houd om mezelf belachelijk te maken en (b) mijn been niet in het gips zat.
Na het overlijden van Rina liet ik mijn belastingzaken regelen door de onvolprezen Marianne Claus en die adviseerde mij auto-entrepreneur te worden in een micro entreprise. Als ik braaf sociale premies in Frankrijk zou afdragen over mijn omzet, zou ik in Nederland vrijstelling van premieheffing kunnen krijgen. (om misverstanden te voorkomen: het is niet de bedoeling hier te adviseren over belastingzaken; ik ben daartoe bevoegd noch bekwaam en de regels zullen inmiddels vast wel veranderd zijn)

Al een jaar of twintig verzamelde ik moderne schilderkunst, dus ik begon in huis een handel in moderne schilderijen, die ik de ronkende naam “Saint Merri • Art Contemporain” meegaf.
Erg veel werk heb ik daar nooit van gemaakt. In de eerste plaats was het niet echt nodig er een broodwinning van te maken en in de tweede plaats kost het me vaak moeite om afstand te doen van een kunstwerk. Een site heb ik dan ook niet, ik praat er af en toe met mensen over, zo u merkt.
St PrixZoals ik al zei: de tijd vliegt. Als ik nu in de garage kom, is het net of mijn fiets mij verwijtend aankijkt. Vooral nadat ik een half jaar geleden onzacht met het asfalt van Anost in aanraking kwam, heb ik niet of nauwelijks naar hem omgekeken. Ik heb nog wel herinneringen aan mooie tochten, dat wel. Zoals bij voorbeeld aan die in augustus 2006. Ik fietste ’s middags mijn toen favoriete rondje vanuit La Celle: via La Petite-Verrière naar Anost, daarvandaan via Bussy door de bossen naar Arleuf, net voor Arleuf linksaf en dan verder over de Haut Folin. In de klim over de Haut Folin raakte mijn bidon water al snel leeg en ik nam me voor bij La Petite Auberge in Glux-en-Glenne die drinkbus te vullen. Vanaf de top van de Haut Folin volgt een onregelmatige en lange afdaling naar Glux en je bent dat dorpje voorbij vóór je het weet. Eigenlijk was ik van plan verder te gaan over de Mont Beuvray en La Grande-Verrière, maar omdat het zo warm was besloot ik het rondje in te korten via Saint-Prix. Vanuit Saint-Prix gaat een makkelijke klim naar de kruising bij de Refuge Forrestier en daarna daal je langs de Saut de la Canche naar La Bise. Daar neem je de D978 naar La Celle en die weg is voor een fietser de hemel. Een bijna niet eindigende afdaling over mooi asfalt met ruime, goed aangelegde bochten waarvoor je niet hoeft te remmen. Maar, ik ga al te ver, snel terug naar Saint-Prix. Daar aangekomen zie je direct rechts het restaurant Chez Franck & Francine, een op het eerste oog eenvoudige gelegenheid. Ik kwam in een soort bar binnen, bestelde een coca en vroeg of ik mijn bidon met water mocht vullen. Dat laatste deed Francine voor mij en ze propte er een handvol ijsblokjes bij. Weliswaar wist ik toen nog niet dat ze Francine heette, maar Franck was het in ieder geval niet, zoveel was wel zeker. Gewoontegetrouw bekeek ik de menukaart die er heel interessant uit zag en ook niet de bescheiden prijzen vermeldde die andere restaurants in de buurt hanteerden. Ik reserveerde voor de volgende dag voor twee personen.

Het werd een complete openbaring voor ons, we hadden nooit gedacht in een dorpje in de Morvan met ruwweg 200 inwoners zo voortreffelijk te kunnen dineren. Zoals gezegd, niet bepaald goedkoop, hoewel de meer dan uitstekende wijn sympathiek was geprijsd en dat scheelde dan weer. Franck deed en doet de keuken en Francine, een leuk en brutaal type, verzorgt de bediening. Zoals overal ter wereld werd na afloop gevraagd of alles naar wens was geweest en ik zag Rina naast mij verstarren toen ik zei: jazeker, op een ding na. Natuurlijk wenste Francine direct te weten wat dat ene ding dan wel was en tot opluchting van Rina antwoordde ik dat ik het jammer vond dat er nergens iets aan de muur hing.

schilderij

Huile sur toile, Ans Sluijter-Wolters

Als ik de tussenfase mag overslaan: een jaar later hingen er vier kunstwerken aan de muur. Eén daarvan was een vriendelijke “huile sur toile” bij wijze van demo, met daarnaast een uitvergroot en ingelijst visitekaartje van Saint Merri • Art Contemporain. Francine vond het prima dat het daar hing, probeerde zelf nog een tijd het werk te verkopen, maar raakte er steeds meer van gecharmeerd en wilde het uiteindelijk graag zelf kopen, als de kas dat toeliet. Een extra complicatie was dat zij indertijd mijn vraagprijs veel te laag vond toen ze het vruchteloos probeerde te verkopen.

Eind 2012 verkocht ik het Chalet Saint Merri in La Celle. In de jaren daarvoor was Gabriel, Gaby voor vrienden en bekenden, mijn steun en toeverlaat geweest. Hij hielp regelmatig in de tuin, zorgde voor goed droog haardhout, had ook de sleutel van het huis en wist altijd wel met iemand op de proppen te komen als er aan het huis iets bijzonders moest gebeuren en dat was regelmatig het geval. Hij had lang van tevoren al aangekondigd dat hij met pensioen zou gaan als ik het huis had verkocht. Het leek me een goed idee om Gaby en zijn Mimi bij wijzen van afscheid te trakteren op een diner bij Franck & Francine en mijn uitnodiging werd met plezier geaccepteerd. Het werd een geweldige avond. Het was al laat in november en wij waren de enige gasten. Franck had zoals altijd subliem gekookt, Francine zorgde op mijn verzoek voor extra mooie wijnen en tussen de gerechten door kletste zij gezellig met het echtpaar. Na de koffie begaf ik mij naar de naastgelegen bar om af te rekenen en terwijl Francine de rekening opmaakte, vroeg ik of ze het schilderij nog steeds zelf wilde hebben. Oh ja, zeker, maar het waren moeilijke tijden, veel kosten en hoge belastingen, dus het was allemaal niet eenvoudig. Ik wees op mijn linker wang en vroeg om een bisou die ik onmiddellijk kreeg en toen om nog een bisou, nu op de andere wang en ook die volgde vlotjes. ‘Bien’ zei ik, ‘le tableau est vendu maintenant.’ Dat geloofde ze pas toen ik het tweemaal herhaalde. Ze nam de rekening terug, verscheurde die en zei dat dan ook het diner nu was betaald. Wat je noemt een win/win situatie. Een beter voorbeeld daarvan kan ik niet bedenken, want ik had het schilderij voor minder aangekocht dan het bedrag van de rekening en dat bedrag was beduidend lager dan de verkoopsom die Francine indertijd zelf mede had bepaald.
In de auto terug naar hun huis in Polroy raakten Gaby en Mimi maar niet uitgepraat over de fantastische avond die ze hadden gehad. Ze hadden niet precies meegekregen wat er in de bar was gebeurd bij het afrekenen, maar ze begrepen wel dat er iets bijzonders aan de hand was. Ik heb het niet uitgelegd, sommige zaken houd je voor jezelf, zo u merkt.

auteur: Henk van Grondelle