Twee jonge boeren laten van zich horen

Vertaald uit FR naar NL

Clément Blandin en Cédric Bernier zijn twee jonge veehouders van ‘Le Groupement agricole d’exploitation en commun’ (Gaec). Ze houden rundvee en schapen. Ze willen graag eens vertellen over hun dagelijks leven en hun problemen en een ander geluid laten horen over ‘le mouvement vegan et végétarien’. “Er komen steeds meer organisaties die zich met dierenwelzijn bezighouden. Ze brengen veel schade toe aan de landbouw in het algemeen en aan de veehouderij in het bijzonder.” De jonge veehouders willen hun verhaal over hun beroep vertellen zonder de veganistische en vegetarische beweging te veroordelen. Ook zij hekelen dierlijk geweld.
“We doen dit werk al ons hele leven en we gaan goed met onze dieren om.” De twee boeren komen al snel te praten over allerlei misvattingen over hun beroep. Vervuiling bijvoorbeeld. “Veeteelt is vervuilend, dat begrijpen we. Daarover hebben we cijfers ter ondersteuning. De landbouw zorgt voor 20% van de uitstoot van broeikasgassen, waarvan 8% voor de veeteelt. Maar het vee heeft weilanden nodig, die weer zuurstof produceren. We zouden voedsel voor onze dieren zelf moeten verbouwen, maar dat doen we al voor 90%. We gebruiken minerale meststoffen en zoveel mogelijk biologische bestrijdingsmiddelen. Vandaag de dag is het niet meer zeker of veelteelt nog rendabel is.”

Soja en quinoa
De twee mannen pakken een ander onderwerp bij de kop en komen bij producten die vaak worden genoemd om de consumptie van vlees te vervangen. “Soja bijvoorbeeld. Dat komt voor een belangrijk deel uit Brazilië en is genetisch gemanipuleerd. Of quinoa. We horen nooit iets over de arbeidsomstandigheden in de landen waar dit product wordt geproduceerd.” Clément Blandin maakt zich ook zorgen over vrijhandelsverdragen. “Ceta met Canada dat al in werking is en Mercosur met Zuid-Amerika, waarover nu gesproken wordt.
“We willen de argumenten over dierenwelzijn en slachtomstandigheden serieus nemen. Maar als mensen zo voor dierenrechten zijn, zoals veganisten, gaan ze dan ook niet skiën? Wie onderhouden bijvoorbeeld de bergweiden? Dat zijn toch echt de schapen. In deze berggebieden kun je geen gewassen verbouwen.”

jonge boerenClément Blandin en Cédric Bernier denken na over de mogelijke veranderingen in de vleesconsumptie. “Jongeren nemen steeds minder de tijd om te koken. We zullen misschien met andere producten moeten komen? We willen graag ons beroep blijven uitoefenen.”

Video’s
De beide mannen herhalen het nog een keer. “We willen graag met ze in gesprek, maar de veganisten zullen moeten ophouden met hun vuilspuiterij. Neem bijvoorbeeld de video’s die ze openbaar maken. Hoeveel uur filmen ze om vijf minuten aan beelden vrij te geven? Wanneer een boerderij wordt vergeleken met een concentratiekamp, is dat een grove belediging voor degenen die de kampen hebben meegemaakt.”

Ze vergelijken hun bedrijf met een onderneming. “We hebben een studie van drie tot vijf jaar gedaan. Een boer moet je vergelijken met een ondernemer. Hij heeft verschillende petten op en overziet het hele proces. Boeren kennen hun dieren. Als het slecht gaat met een dier in de melkveehouderij, zien ze dat meteen. De mechanisatie heeft allerlei nieuwe technieken gebracht, zodat de hele ontwikkeling van a tot z gevolgd kan worden. Dit kun je toch niet gaan vergelijken met dierenmishandeling?”
Clément Blandin en Cédric Bernier willen graag nog meer doen voor het welzijn van hun dieren. “Er zijn genoeg ideeën. We kunnen nog steeds een heleboel dingen doen, maar het moet wel rendabel blijven en het is ook een kwestie van politieke wil. We zijn van plan ons beroep zo lang mogelijk voort te zetten.”
Clement Blandin. 26 jaar. Houdt Charolais koeien en Texelse schapen. Woont met zijn moeder en broer in Saint-Péreuse. Hij is voorzitter van de ‘Jeunes Agriculteurs de la Nièvre’.
Cédric Bernier. 30 jaar. Houdt Charolais-melkvee. Woont met zijn vader en zijn zuster in Saint-Péreuse. Hij is penningmeester van de ‘Jeunes Agriculteurs de la Nièvre’.

Aart Sierksma

Bron: ljdc, Deux éleveurs nivernais racontent les réalités de leur métier [Gwénola Champalaune]