Vertaald uit het Frans naar het Nederlands uit L’Yonne Républicaine

Landbouwers en de gevolgen van de crisis in Oekraïne

De boeren in de Yonne, of het nu graanboeren of veetelers zijn, krijgen als eerste te maken met de oorlog in Oekraïne. ‘En dit is niet voor het eerst. We gaan van crisis naar crisis’, zegt Timothée Schaller die in januari 2019 in Préhy is gaan boeren. Zijn eerste zomer werd gekenmerkt door droogte, en het jaar daarop door het begin van de pandemie. ‘Milieu, covid en nu dus de oorlog in Oekraïne. We volgen de ontwikkelingen op de voet, net als iedereen maar voor onze sector kan het grote gevolgen hebben als het conflict tussen Oekraïne en Rusland in een stroomversnelling komt.’

Prijzen rijzen de pan uit

De prijzen exploderen en de aanvoer van grondstoffen wordt steeds moeilijker. De stijging van stookolie bijvoorbeeld. Twee dagen na het begin van de oorlog hebben we 3.000 liter gekocht, omdat ik bang was voor een totaal tekort. Tijdens de gezondheidscrisis stond de markt ook al sterk onder druk. In juni heb ik een zaaimachine besteld, die is vorige week pas geleverd. En wat dacht je van de prijs van organische mest. Die ging van €400 naar €700 per ton. Voeg daarbij de klimatologische risico’s van 2021, de voorjaarsvorst op onze wijngaard van 7ha en een gehalveerde productie.’

Er zijn veel gevechten te leveren… Het sleutelwoord is anticiperen, voorraden aanleggen. Wij verbouwen onze producten, op de ongeveer honderd hectare die we hebben, op biologische wijze. Onze prijzen worden niet geïndexeerd aan de wereldprijzen’ , legt Timothée Schaller uit.

Damien Renoux, een graanboer in het noorden van het departement, produceert daarentegen op conventionele wijze en snapt helemaal niks meer van de prijzen. ‘Op één dag kunnen de prijzen totaal verschillend zijn. Zelfs in een paar uur kunnen de prijzen met tientallen euro’s per ton variëren en dat betekent dan enkele tienduizenden euro’s aan het eind van de keten voor de boer.’

Op de boerderijen hebben we bijna geen voorraden meer, alles was al min of meer verkocht’, verklaart de graanboer, die onlangs tot voorzitter van de Union des productions végétales de l’Yonne (UPVY) is verkozen. ‘Het blijft een speculatieve markt. Als er op 15 juni hagel valt, en we de oogst als verloren moeten beschouwen … We kunnen ons niet te veel vastleggen op de komende oogsten. Aan de andere kant hebben we te maken met een stijging van de kosten, daar kunnen we wel zeker van zijn. Daarbovenop komt het stikstof verhaal. Voor dit jaar is het geregeld. Maar voor volgend jaar? We weten het niet. Er zijn nog zoveel vragen zonder antwoorden.’

De aanpassingen die wij in de loop van enkele jaren hebben moeten doorvoeren, zullen nu sneller moeten’, reageert Jean-Louis Riotte, voorzitter van de unie van Charolais-fokkers in de Yonne. Ik maak me vooral zorgen over morgen, overmorgen. Hoe gaan we onze dieren voeden? Hoe gaat het fokprogramma eruitzien? De crisis in Oekraïne versnelt alles. Naast de ingewikkelde problemen in verband met de klimaatverandering, stelt de kweker uit Angely ook de kwestie van de bevoorrading en de risico’s van tekorten aan de orde. ‘We moeten ons gezond verstand weer gaan gebruiken om de lokale economie levend te houden en we moeten proberen iedereen erbij te betrekken.’

Aart Sierksma

Bron: Les agriculteurs icaunais face aux conséquences de la crise en Ukraine: ‘Je suis surtout inquiet pour demain’ [Caroline Girard]

Kernenergie

We zijn een dag in Dampierre-en-Burly, een gemeente die rijk is geworden sinds de installatie van een kerncentrale in 1980. De bewoners kunnen hun geluk niet op: Een nieuw zwembad, bioscoop, dokterspraktijk… Terwijl de nucleaire kwestie een hoofdthema is tijdens de presidentiële campagne, praten de bewoners het liefst over de begintijd toen de centrale werd gebouwd.

Wij zijn een zeer rijke gemeente, duidelijker kan ik het niet zeggen’, schept Serge Mercadié, de burgemeester van Dampierre-en-Burly, op, hoewel hij niet het opschepperige type lijkt. Dampierre, een dorpje in de Loiret, op 45 minuten van Orléans. Met zijn 17e -eeuws kasteel, zijn vijvers, zijn bossen en zijn verspreid liggende boerderijtjes… aan de voet van de kerncentrale. Verborgen in de dichte mist van deze ijzige januari, worden de vier 160 meter hoge torens al decennia lang gezien als een zegen voor de gemeente.

De burgemeester die hier 68 jaar geleden is geboren, heeft de veranderingen stukje bij beetje van dichtbij meegemaakt.

Mijn ouders runden een café-restaurant toen de kerncentrale werd gebouwd, net voor 1980… Ze zorgden voor 200 maaltijden per dag! Er waren elke morgen 100 mensen op het dorpsplein, die een baan kregen bij de centrale, en dat duurde zeker een paar jaar. Dampierre telde toen 850 inwoners. Op dit moment zijn dat er 1.500, met een begroting van een stad van 15.000 inwoners. We praten hier over drie miljoen euro aan investeringen dit jaar, tien keer meer dan een naburige gemeente van vergelijkbare grootte’.

Om te zien hoe de kerncentrale CNPE (Centre Nucléaire de Production d’Électricité), zoals die hier officieel heet, zijn gemeente een boost heeft gegeven, neemt de volksvertegenwoordiger ons mee op een rondleiding langs de installaties die gebouwd zijn ‘dankzij het geld van de EDF’. ‘ Elk jaar draagt EDF bijna 70 miljoen euro af aan lokale belastingen in de hele regio, waarvan 400.000 euro per jaar naar Dampierre vloeit’.

Zijn armen zwaaien in het rond: ‘Er is een praktijk met een arts, drie fysiotherapeuten, een chiropodist, een osteopaat en binnenkort een kinderarts. Verbazingwekkend, in een regio die bekend staat als de grootste medische woestijn van Frankrijk.’

Hij hervat zijn wandeling: ‘Daar is het stadion, het skatepark… Iets hogerop het zwembad. Ons dorpshuis heeft een bioscoopzaal met 200 zitplaatsen. En in de afgelopen vijf jaar heeft Dampierre er vijf winkels bij gekregen: Een kringloopwinkel, een wasserette, een schoonheidssalon, een trimsalon en een textielwinkel. Dit alles trekt veel jonge gezinnen aan. Honderdnegentig kinderen gaan hier naar school en krijgen een schoolmaaltijd voor slechts 1 euro.’

Serge Mercadié, die zijn geluk niet op kan, praat bijna verontschuldigend. Deze krachtcentrale die het hele gebied van energie voorziet kan in zijn ogen geen fout doen. ‘Zelfs de waterdamp die uit de torens ontsnapt blijft niet boven ons dorp hangen maar trekt richting de naburige gemeenten, waar je de wolken kunt zien hangen! Maar ook zij hebben niks te klagen. De CNPE zorgt voor veel banen ook buiten de grenzen van Dampierre.

Werk voor 9.100 mensen

Het onderzoeksbureau Insee heeft berekend dat 9.100 mensen een baan hebben gevonden die afhangt van de vier kerncentrales in dit gebied, die tot de oudste van Frankrijk behoren en 6% van de elektriciteit van het land leveren.

De dreiging van sluiting van twee ervan zorgde in de omgeving voor veel onrust. In juni 2021 is een begin gemaakt met een ‘grote opknapbeurt’ om sluiting nog een tijdje uit te stellen. Ook deze hersteloperatie, waarbij honderden extra werknemers zijn betrokken, brengt weer geld in het laatje bij de plaatselijke ondernemers. Om nog maar te zwijgen van de overnachtingen.

Wij halen hier 70% van onze lunchklanten vandaan’, zegt Aurélie, de bakker, die twee jaar geleden met enige tegenzin kwam, maar nu dolblij is. ‘We hebben een welgestelde klantenkring, die niet op hun uitgaven letten’. Dat geldt ook voor de bar-tabac Le Relais waar 75% van de clientèle nauw of op afstand verbonden is met de kerncentrale.

De winkeliers zijn niet bepaald bezig met de komende presidentsverkiezingen, terwijl die wel over het lot van hun levensonderhoud kunnen beslissen. ‘Ik volg dit van een afstand,’ lacht Arnaud Strobel, de eigenaar van het Relais, terwijl hij tegen een tafel leunt. ‘Het is niet echt een onderwerp van gesprek hier’. En als ze de fabriek sluiten? ‘Dan duurt het nog tientallen jaren om de centrale te ontmantelen, dus we hebben nog wel even werk. Minstens vijftien tot twintig jaar’, voorspelt de chef van de supermarkt, die zich geen zorgen maakt.

Het risico van een nucleaire ramp is hier ook geen onderwerp van gesprek. ‘EDF verscherpt steeds opnieuw de veiligheidsvoorschriften, zoals na Fukushima,” betoogt de burgemeester. ‘Maar zelfs na die ramp in Japan leidde dat hier niet tot nieuwe inzichten. We hebben allemaal de centrale bezocht en zijn gerustgesteld. En vergeet niet dat bijna iedereen hier wel wel een familielid heeft die daar werkt.’

Kaarslicht

En de inwoners, kunnen zij nog rustig slapen na Fukushima of Tsjernobyl? ‘Als de boel ontploft, zijn wij de eersten die hier wegvluchten’, lacht Martine, die al dertig jaar in haar huis aan de voet van de koeltorens in het gehucht Biauche woont. ‘Als we ze sluiten, wat moeten we dan? Gaan we dan weer terug naar kaarslicht?’

Afval

Maar er zijn ook andere geluiden. ‘We hebben het er hier gewoon niet over de gevaren, we steken onze kop in het zand,’ zegt Serge Mercadié. Ons egoïsme heeft de overhand. Wanneer er voorlichtingsbijeenkomsten zijn, komen er zo’n twintig mensen op af van wie een derde volksvertegenwoordiger is.’

Het nucleaire afval is natuurlijk wel een probleem’, zegt Clément, 30, die bij RTE werkt. ‘Maar ik heb vertrouwen in de manier waarop in Frankrijk met nucleaire veiligheid wordt omgegaan.’

Logischerwijs maakt Françoise Pouzet, voorzitster van Sortir du nucléaire Berry-Giennois-Puisay, zich meer zorgen. ‘Sommige bewoners, die 70/80 jaar oud zijn, vallen ons soms aan, omdat ze van de hel in de hemel zijn beland. Vroeger was hier niets en nu hebben we allerlei prachtige voorzieningen, zeggen ze. Voor hen zijn er alleen maar voordelen. Maar het zijn de toekomstige generaties die de rekening moeten betalen voor het afval, zolang er geen ongelukken gebeuren.’

Wat stellen de presidentskandidaten voor

Stoppen, vertragen of verhogen van de energieproductie via kernenergie? De voorstellen van de belangrijkste presidentskandidaten:

De bijna-kandidaat Emmanuel Macron (LREM) wil het aandeel van kernenergie in de elektriciteitsproductie terugbrengen tot 50% (70% nu) tegen 2035. Maar hij wil enkele tientallen miljarden in de sector investeren met de bouw van kleine reactoren.

Zijn concurrente ter rechterzijde, Valérie Pécresse (LR), is voorstander van kernenergie en stelt voor de levensduur van reactoren te verlengen tot 60 jaar (40 nu), en zes nieuwe reactoren te bouwen.

Marine Le Pen (RN) wil ook zes EPR’s bouwen en wil de centrale van Fesseinheim heropenen als zij wordt verkozen. Zij had afgelopen najaar om een moratorium op de ontmanteling gevraagd, zodat zij er volgend voorjaar op terug kon komen.

Éric Zemmour van zijn kant stelt voor veertien nieuwe reactoren te bouwen en ook de levensduur van de oudste tot 60 jaar te verlengen.

Nicolas Dupont-Aignan (DLF) is voorstander van elektriciteitscentrales van de toekomstige generatie.

De kandidaat voor EE-LV, Yannick Jadot, stelt voor om tegen 2035 tien reactoren (van de 56) te sluiten.

De socialiste Anne Hidalgo wil van kernenergie af, maar niet voor 2050, en weigert nieuwe centrales te bouwen.

Jean-Luc Mélenchon (LFI) is een felle tegenstander. Hij wil vóór 2040-45 uit de kernenergie stappen door over te schakelen op windenergie, maar vooral op getijdenenergie, om tegen 2050 100% hernieuwbare energie te bereiken.

Christiane Taubira is gematigder, zij wil het aandeel van kernenergie verminderen en stelt een referendum over dit onderwerp voor.

De communist Fabien Roussel wil nieuwe elektriciteitscentrales bouwen en EDF en ENGIE nationaliseren om een groot openbaar energiecentrum op te richten dat de prijzen kan bepalen.

Joséphine Baker

Saint-Florentin heeft een tentoonstelling over de artieste Joséphine Baker samengesteld, ter gelegenheid van haar bijzetting in het Pantheon in Parijs.

In Frankrijk is het overbrengen van de resten van een belangrijke man of vrouw naar het Panthéon groot nieuws. Er is daar zelfs een werkwoord voor: panthéoniser. Landgenoten, die vaak al tientallen jaren of meer overleden zijn en die iets groots hebben gedaan voor het vaderland, kunnen overgebracht worden naar het Pantheon op voorspraak van de Franse President.

Joséphine Baker was een beroemde artieste, verzetsstrijdster en activiste van Amerikaanse origine die bewust heeft gekozen voor de Franse nationaliteit. In 1975 is ze overleden en begraven in Monaco. Zij is daarmee de eerste niet-witte vrouw die een plaatsje krijgt in het Panthéon. 

Vanaf 6 november 2021 brengt Saint-Florentin hulde aan Joséphine Baker door middel van een openluchttentoonstelling over het leven van de artieste. ‘Deze retrospectief kun je buiten beleven. Voor iedereen toegankelijk, ook zonder gezondheidspas’, aldus Carole Fournier, directrice van het toeristenbureau van Serein-et-Armance.

De verschillende periodes uit het leven van deze beroemde activiste worden gepresenteerd op allerlei sociaal-culturele locaties in het centrum van Saint-Florentin. Op de gevel van het VVV-kantoor wordt de kindertijd, de jeugd en het huwelijk van Josephine Baker met de voetballer Jean Lion geprojecteerd. ‘Ze kreeg de Franse nationaliteit na haar huwelijk in 1937,’ legt de directrice uit.

Op vakantie in Saint-Florentin

Josephine Baker ontmoette later de zwager van haar man, Charles Daullé, directeur van de Florentijnse snoepfabriek Dolis.

‘Ze kwam vroeger vaak naar Saint-Florentin op vakantie. Mensen die haar kenden hebben goede herinneringen aan haar’, zegt Carole Fournier.

In het museum is een overzichtstentoonstelling gemaakt van de acties van de zangeres in het verzet. ‘Ze sloot zich aan bij de Franse Strijdkrachten in 1939. Ze werkte als spion en toerde om de troepen te motiveren.

Tegen rassenscheiding

De werken en het gezinsleven van Josephine Baker worden uitgebeeld op de gevel van de gemeentelijke mediatheek. ‘Tijdens haar leven adopteerde de zangeres 12 kinderen. Ze noemde haar familie de regenboogstam, met een knipoog naar hun verschillende afkomst,’ zegt Carole Fournier.

Josephine Baker zette zich ook in tegen rassenscheiding. ‘Zij was de enige vrouw tijdens de Mars naar Washington die een toespraak hield naast Martin Luther King in 1963,” zegt de directeur van het toeristenbureau. De mars naar Washington (March on Washington for Jobs and Freedom) was een betoging die op 28 augustus 1963 werd gehouden in Washington D.C. om op te komen voor de rechten van de Afro-Amerikaanse burgers. Na de mars gaf Martin Luther King in de National Mall zijn beroemde toespraak I Have a Dream.

Deze anekdote is te vinden op de gevel van l’Espace famille Florentinois. De wandeling wordt onderbroken door vertellingen die langs de hele route in de etalages van een tiental winkels in het centrum te zien zijn.

Aart Sierksma

Bron: Joséphine Baker mise à l’honneur dans le centre-ville de Saint-Florentin : “L’artiste venait ici en villégiature, les gens qui l’ont côtoyé gardent un bon souvenir d’elle” [Lucas Mollard]

Plannen voor de bouw van intensieve pluimveebedrijven

Er zijn twee intensieve kippenstallen gepland in de gemeenten Saint-Brancher en Saint-Léger-Vauban. Een aantal omwonenden maakt zich zorgen en komt in verzet. Wie zijn de eigenaren van deze pluimveeboerderijen?

Het gaat om projecten die DUC uitvoert met twee jonge plaatselijke landbouwers, Jérémy Couhault in Saint-Aubin, in de gemeente Saint-Brancher en Benoît Châtelain in Maison des Champs, in de gemeente Saint-Léger-Vauban. Duc is een Frans bedrijf dat in 1990 is opgericht en gespecialiseerd is in de productie, het slachten, het verpakken en het op de markt brengen van verwerkt, gecertificeerd en standaard gevogelte. Het hoofdkantoor is gevestigd in Chailley (Yonne). Het bedrijf werd in 2017 overgenomen door de Nederlandse groep Plukon. Het grootste deel van de productie zit in het westen van Frankrijk, maar het bedrijf is begonnen om deze productie naar het oosten te verplaatsen.

Wat zijn de kenmerken?

Ieder pluimveebedrijf huisvest 39.600 kippen op een oppervlakte van 1.800 m², d.w.z. 21 kippen per vierkante meter. In dit gebied zijn ook al andere pluimveebedrijven actief. Er zouden nu in een straal van 3 kilometer bijna 62.000 extra kippen bijkomen.

Deze pluimveestallen, die elk 600.000 euro kosten, komen voor rekening van de betreffende boer. Op de eerste dag van de exploitatie tekent de boer een contract met het DUC. Het bedrijf levert de kippen en voorziet ze van voer en komt ze 41 dagen later ophalen. Dit gaat zo door tot de boer zijn lening heeft afbetaald.

Waarom was er een openbare vergadering?

Wanneer een pluimveebedrijf meer dan 40.000 dieren telt, moet er wettelijk eerst een openbaar onderzoek gedaan worden, waarna de prefect een exploitatievergunning afgeeft. Het bedrijf in Saint-Aubin blijft net onder die grens en heeft daardoor dus niet te maken met deze procedure. De gemeenteraad moet hier een bouwvergunning voor afgeven. De burgemeester van Saint-Brancher, Joëlle Guyard, besloot daarop eerst een openbare vergadering te houden om de bevolking te informeren.

Het bedrijf van Saint-Léger Vauban wordt wel aan een openbaar onderzoek onderworpen. Het heeft weliswaar maar 39.600 kippen, maar een andere stal met 22.000 stuks op dezelfde plaats brengt het totaal op 61.600. Dit openbaar onderzoek is in volle gang. Het volledige dossier kan worden gedownload van de website van de prefectuur.

Waar maken de omwonenden zich zorgen over?

De toename van het wegverkeer. Waar wordt de mest uitgereden.

Het gaat niet alleen over stank maar ook over de gevolgen voor het omringende water’, onderstreepte Nathalie Millet, burgemeester van Bussière. ‘Ik ben hier op persoonlijke titel. Onze gemeente ligt in het uitrijgebied van het project Saint-Léger. Met meer dan 60.000 kippen in deze omgeving zal op een gegeven moment het grondwaterpeil worden aangetast.’

Daniel Lulic, voorzitter van de AAPPMA (une Association Agréée pour la Pêche et la Protection du Milieu Aquatique) Avallon Morvan Pêche, voegde hieraan toe: ‘Vanuit milieuoogpunt vragen wij ons af hoe dit verder zal gaan. Er zijn nu al te veel kippen en wij maken ons zorgen over de rivier de Trinquelin.’

Le Parc du Morvan, waar Saint-Brancher vorig jaar bij is gekomen, werd vertegenwoordigd door Christian Guyot: ‘Er is ook nog de kwestie van levensvatbaarheid. In het handvest van het park staat dat we boeren ondersteunen om zich in het gebied te vestigen. Maar deze activiteiten komen niet overeen met de bijzonderheden die in het handvest staan.’

Of het nu 18, 21 of 22 kippen per vierkante meter zijn, het is onaanvaardbaar’, merkte een deelnemer aan de vergadering op, terwijl anderen verontwaardigd waren over het gebrek aan daglicht in het gebouw.

We mogen allemaal onze mening geven, iedereen heeft het recht om het er niet mee eens te zijn, maar de wetgever heeft normen vastgesteld en die zullen uiteindelijk de doorslag geven,’ antwoordde Edith Foucher, hoofd milieu en irrigatie van de Landbouwkamer.

Wat zeggen de boeren?

Wij verdienen hier ons brood mee en we moeten ons hoofd boven water kunnen houden,’ zegt Benoît Châtelain. ‘In tegenstelling tot wat de mensen zeggen, is het niet iets dat met één pennenstreek geregeld is, alle voors en tegens zijn afgewogen, we werken al vier jaar aan dit project.’

Philippe Lapie, hoofd vleesontwikkeling bij DUC, wil transparant zijn: ‘We gaan voorzichtig te werk, we willen alleen het goede. Het is mijn taak om uit te zoeken met welke producenten we in zee gaan.’

Wat zijn de volgende stappen?

Wat het project van Saint-Léger betreft, de onderzoek commissaris zal na het openbaar onderzoek een advies uitbrengen, waarna de prefect via een decreet zal besluiten al dan niet toestemming te verlenen voor de operatie.

Voorlopig wordt het project in Saint-Brancher geblokkeerd door de stedenbouwkundige dienst. De helft van het terrein waarop het project zou worden gebouwd is aangemerkt als zone die niet voor bebouwing in aanmerking komt. Een herindeling van het perceel is nog wel mogelijk op verzoek van het gemeentebestuur van Saint-Brancher, waar Saint-Aubin onder valt. De gemeenteraad zal later bijeenkomen om de kwestie te bestuderen, voordat het eventueel een bouwvergunning af kan geven.

Aart Sierksma

Bron: Des projets de poulaillers inquiètent les riverains à Saint-Léger-Vauban et Saint-Brancher [Myriam Deborbe]

Kaalslag in de Morvan

Er is iets gaande in de Morvan. Sinds woensdag 1 september wordt een nieuw systeem getest voor het kappen van bomen, waarbij de drempel voor het aanvragen van een vergunning wordt verlaagd van 4 naar 2 hectare.

Omdat het een onderwerp is dat de vertegenwoordigers van het Park na aan het hart ligt

Tijdens de opstelling van het handvest 2020-2035 Parc Naturel Régional du Morvan (PNRM) was er al onenigheid over dit punt: de drempel voor het aanvragen van een vergunning voor het vrij kappen zou worden verlaagd van 4 hectare naar 0,5. Dit strijdpunt had zelfs op een gegeven moment het voortbestaan van het park op het spel gezet. Deze bepaling is namelijk in de wet verankerd en kan niet door een regionaal natuurpark worden gewijzigd.

In oktober 2020 is een bijeenkomst gehouden met alle belanghebbenden uit de sector, en in juni 2021 heeft de prefect van de regio opdracht gegeven dit experiment te starten.

Omdat dit het mogelijk moet maken om het kappen in de Morvan te beperken

Eenentwintig gemeenten in de vier departementen van het park krijgen te maken met dit experiment. In de Yonne gaat het om de gemeenten Chastellux-sur-Cure, Domecy-sur-Cure en Saint-Germain-des-Champs. Zij moeten het mogelijk maken de drempel voor het aanvragen van een vergunning voor het kappen van bomen te verlagen voor landbouwbedrijven die niet over een gebruiks- en beheerplan beschikken.

Wij hebben ermee ingestemd het experiment uit te voeren in deze 21 gemeenten, die werden gekozen op basis van verschillende criteria: de omvang van de bedrijven, het landschappelijk belang en het belang als cultureel erfgoed’. Je moet dan denken aan bijvoorbeeld oude bossen met een hoge ecologische waarde, steile hellingen waar kaalslag het risico van aardverschuivingen verhoogt, de nabijheid van drinkwaterwingebieden, belangrijke landschapsgebieden, enz. Het idee is om door kleinere gebieden te selecteren je meer directe controle hebt op de uitvoering.

Omdat het ook boseigenaren bewust moet maken

Binnenkort gaan we een afspraak maken met boseigenaren om milieu- en landschapskwesties met hen te bespreken’, zegt Pauline Chauche de Gesnais, een van de twee agenten van het Centre National de la Propriété Forestière (CNPF) die verantwoordelijk zijn voor het Morvan-gebied. Het doel is uiteraard zoveel mogelijk deelnemers bewust te maken van de milieuaspecten van bosbeheer. ‘Wij kunnen nog een aantal aanbevelingen toevoegen, hoofdzakelijk van tweeërlei aard: iets anders doen dan kappen als dat niet echt noodzakelijk is, of aanbevelingen die in de richting gaan van beperking van de milieueffecten’.

Een van de gevolgen zal zijn dat het aantal dossiers dat door het personeel van de overheid en het CNPF moet worden verwerkt, zal toenemen. Het systeem moet binnen een jaar worden geëvalueerd om na te gaan of het kan worden aangepast, met name wat de werklast van het personeel betreft.

Wat is het handvest 2020-2035

Het Parc du Morvan staat geregistreerd door een decreet dat in 2020 afliep. Iedere vijftien jaar moet er een nieuw handvest voorgelegd worden. Dit is een document dat door gekozen vertegenwoordigers van het park in samenwerking met andere belanghebbenden wordt opgesteld en waarin de oriëntaties van de structuur voor een bepaalde periode worden vastgelegd.

Het is gebaseerd op vier te bereiken doelstellingen:

handhaving van het sociaal contract rond een gemeenschappelijk goed

in stand houden van een gebied met een hoge erfgoedwaarde

bevestiging van de verschillen

begeleiding van de ecologische overgang

Uit deze vier hoofdlijnen vloeien vele acties en besluiten voort.

De strijd tegen de houtkap in de Morvan

De organisatie Canopée, SOS Forêts en andere groeperingen die zich inzetten voor de bescherming van het bos, hebben een petitie gelanceerd tegen het kappen in de Morvan. De petitie, die gericht is aan de minister van Transition écologique, heeft al iets meer dan 4.000 handtekeningen verzameld.

Wij wilden deelnemen aan deze strijd voor het behoud van de Morvan, omdat het een perfect voorbeeld is van wat er momenteel in Frankrijk gebeurt, met name op het gebied van houtkap en de intensieve exploitatie van de douglas par. Het laat zien hoe bosbouwbeleid er uitziet, zonder voorafgaand debat’, aldus Sylvain Angerand (voorzitter Canopée, en bosbouwkundig ingenieur). ‘Deze bagatellisering van het kappen is des te verontrustender in de Morvan, omdat hier 80% van de bossen in handen is van particuliere eigenaars. Terwijl het openbare domein wordt beheerd door l’Office national des forêts (ONF), gelden voor particuliere percelen niet dezelfde regels inzake exploitatie. Boven de 25 hectare is een eenvoudig beheerplan verplicht, dat eerst door de CRPF en daarna door de staat moet worden goedgekeurd, maar beneden de 4 hectare kan de boseigenaar wettelijk doen wat hij wil. Het uiteindelijke doel van het verzoekschrift zou een wijziging van de plattelandswetgeving zijn, om een en ander duidelijker te maken. Als dat niet mogelijk is, kunnen we tenminste dingen doen met de instrumenten die al bestaan,’ voegt de bosbouwingenieur eraan toe.

Precies om die reden is het Natuurpark de Morvan, bij het opstellen van het handvest 2020-2035, verwikkeld in een touwtrekkerij met de prefect van de regio. Omdat het Park er vaak van wordt beschuldigd niet mee te helpen de bossen te vrijwaren van kaalslag, wil het zichzelf de middelen geven om dat wel te doen. Of tenminste om ervoor te zorgen.

Wat wij vragen is dat wij op de hoogte worden gebracht wanneer een eenvoudig beheerplan wordt opgesteld, zodat wij een advies kunnen uitbrengen. Wij willen ook dat de drempel van 4 hectare waaronder de landbouwer aan geen enkele regelgeving is onderworpen, wordt verlaagd tot een halve hectare,’ verklaart Sylvain Mathieu, voorzitter van het Regionaal Natuurpark.

Aart Sierksma

Bron: Pourquoi le parc naturel régional du Morvan fait l’objet d’une expérimentation sur les coupes rases? [Myriam Deborbe]

De monumenten van Tanlay

De monumenten van Tanlay

Heb je het over Tanlay dan heb je het over het majestueuze renaissancekasteel. De gemeente ligt aan het canal de Bourgogne. Het dorp is zo’n beetje rond het kasteel gebouwd. Als je het dorp inloopt of -rijdt, zie je een indrukwekkende dubbele laan van 700 jaar oude lindebomen dat een koninklijk perspectief biedt. Deze laan leidt de bezoeker naar de poort van een van de mooiste renaissance residenties van de Bourgogne. Het kasteel is regelmatig als decor gebruikt voor verschillende historische films, zoals de beroemde Angélique, Marquise des anges of Ces Messieurs des Bois dorées.

De haven met alle bedrijvigheid

Het ook onmogelijk de 17e-eeuwse kerk Saint-Sylvestre in Tanlay over het hoofd te zien, die in de hoofdstraat staat. Het is gebouwd in 1655 en draagt op de klokkentoren de wapens van de koning, des Chabots et des Clermont-Tonnerre.

Iets verderop, een ander juweeltje, l’abbaye de Quincy. Het is een symbool van de cisterciënzer kunst in al zijn soberheid. Deze abdij werd gesticht in 1133 en maakt deel uit van de zes abdijen van Pontigny.

Maar in het dorp gaat het niet alleen om oude monumenten. Tanlay, Commissey en Saint-Vinnemer zijn drie goed samenwerkende gemeenten die volop met hun tijd meegaan. In de haven bijvoorbeeld is het altijd druk en zijn de ligplaatsen meestal bezet. Toeristen, zowel op het water als op de weg weten Tanlay tegenwoordig heel goed te vinden. Aan de ene kant van de haven liggen de boten, aan de andere kant staan de campers. Het is bijzonder goed toeven in en rond het restaurant zo bij het water. De boten op enkele meters afstand geven je de indruk dat je in een andere wereld bent aangekomen.

Guillaume heeft z’n hele hebben en houden in België achtergelaten en zich definitief op enkele meters van het kasteel gevestigd. Zijn winkel draagt de naam ‘La basse-cour’ en is een knipoog naar het Belgische bier. Tegenover zijn winkel staat Chambres d’hôtes ‘La virgule’.

Tanlay heeft ook heel wat te bieden voor sportliefhebbers met zijn golfbaan (9 holes) en zijn twee permanente circuits voor trailrunning. (Trailrunning is een duursport die bestaat uit hardlopen over onverharde paden. Meestal over een heuvelachtig terrein met grote afdalingen en stijgingen. Trailrunning lijkt wel iets op veldlopen, maar veldloopwedstrijden zijn vrijwel altijd over kortere afstanden). In juli en september worden in Tanlay twee trailrunning wedstrijden georganiseerd en die zijn een begrip in de kleine wereld van deze sport.

Bezoek aan het kasteel

Het kasteel van Tanlay, dat tijdens de godsdienstoorlogen (1552-1598) in bezit was van de familie Admiraal de Coligny, werd voltooid door Michel Particelli d’Hemery en kwam aan het eind van de 17e eeuw in handen van de Markies de Tanlay. Het bouwwerk is beroemd om zijn trompe-l’oeil galerij, maar ook om de fresco’s in de Liga-toren, zijn imposante slotgracht, zijn stallen en het Nymphaeum. (Een nymphaeum (Oudgrieks Νυμφαῖον) is, in de Griekse en Romeinse oudheid, een monument gewijd aan de nimfen, in het bijzonder de bronnimfen. Deze monumenten waren oorspronkelijk kleine grotten, door tradities aangewezen als de woonplaats van de lokale nimfen. Soms werden ze zo ingericht dat ze voorzien konden worden van een waterbron. Vervolgens begonnen kunstmatige grotjes de plaats in te nemen van de natuurlijke).

Een bezoek is zeer de moeite waard. Het is voor het publiek geopend op maandag, woensdag, donderdag en vrijdag van 10.00 tot 12.30 uur en van 14.00 tot 18.00 uur; op zaterdag en zondag van 10.00 tot 18.00 uur.

Aart Sierksma

Bron: Tanlay et ses vieilles pierres

Marie-Guite Dufay, de nieuwe voorzitter van de regio Bourgogne Franche-Comté

Marie-Guite Dufay (PS) is op vrijdag 2 juli herbenoemd tot president van de regio Bourgogne Franche-Comté, nadat zij de regionale verkiezingen van 20 en 27 juni had gewonnen. Zij analyseert haar succes en zet de koers uit voor de komende zes jaar.

Hoe voelt u zich na deze herverkiezing?

Er hebben helaas veel mensen dit keer niet gestemd. Ik voel het als mijn verantwoordelijkheid om mij ook te richten tot al degenen die niet hebben gestemd. Het overheersende gevoel is er echter een van vertrouwen, want de uitslag is duidelijk. Ik ben vastberaden.

Is dit vertrouwen het resultaat van een grotere meerderheid in de Kamer?

Ik heb de alliantie samengesteld die ik graag wilde. Het is geen lappendeken, zoals sommige mensen hebben gezegd. Het is ook geen geklungel voor de tweede ronde, want ik had mijn voorkeur na de eerste ronde al aangekondigd. Door mij aan de zijde van de PS-PRG (socialisten) te versterken met de PCF (communisten), en door de Groenen en de ecologen in deze alliantie op te nemen, heb ik het gevoel dat ik kan rekenen op bondgenoten die mij zullen helpen om het beleid dat ik wil voeren kracht bij te zetten. De speerpunten zijn: Solidariteit, onderwijs en economische ontwikkeling. Daarnaast: Het in stand houden van onze openbare diensten en natuurlijk de ecologische transformatie.

Bent u niet bang dat u standpunten moet gaan inleveren?

Ik ben niet naïef, er zullen discussies komen. Maar we blijven kalm en verenigd. We weten wat ons samenbrengt. Ik ben er erg op gebrand deze diverse meerderheid in stand te houden. Met het vertrouwen dat tijdens de verkiezingen is uitgesproken en met deze alliantie die ons in staat stelt om onze verkiezingsbeloftes uit te voeren, zijn wij vastbesloten dit te doen.

Hebt u getwijfeld om u nog een keer verkiesbaar te stellen?

Mijn belangrijkste drijfveer was om de strijd tegen de RN (Rassemblement National) te leiden. Ik wist dat deze strijd niet eenvoudig zou worden. Maar wat ik het interessantste vond, was om de complexiteit van de problemen aan te pakken: solidariteit, ecologie. Het is ingewikkeld, want je moet iedereen aan boord zien te krijgen. Wij moeten onze economie verder ontwikkelen, maar daarbij oppassen dat wij geen mensen aan de kant laten staan. Dit vergt veel voorlichting, discussie en overleg. Het blijft belangrijk om zaken te veranderen en om het leven van mensen te verbeteren. De ecologische problemen worden steeds nijpender, ik ben al sinds 2008 regiopresident. Het is dus geen bevlieging of zo. Het wordt erop of eronder. Dit alles kost tijd, en er moeten compromissen worden gesloten.

Was het een van uw moeilijkste campagnes?

Dat wil ik niet zeggen. Ik was echter verrast door de hardheid van opmerkingen die in de tweede ronde werden gemaakt. Gelukkig had ik een boek bij me dat een zeer dierbare vriend, mijn beste vriend, die op de verkiezingsdag van de eerste ronde overleed, me had aangeraden. Dit boek – Le courage de la nuance -, geschreven door de redacteur van Le Monde des livres, Jean Birnbaum, volgt moedige schrijvers die in staat zijn om nuances aan te brengen in hun werk. Dit heeft me gevoed. Het kwam me goed van pas in deze buitensporig harde verkiezingsstrijd. Maar 2015 was ook verschrikkelijk, omdat we toen campagne moesten voeren in een voor ons onbekende regio. We werden gelukkig heel goed ontvangen zowel in de Bourgogne als in de Franche-Comté. Dat gaf me een heel goed gevoel.

De oppositie denkt dat u gegijzeld wordt door uw alliantie…

We hebben een mandaatcontract met de Groenen. Zij zullen zich houden aan de gemaakte afspraken. Natuurlijk hebben we een aantal meningsverschillen, maar die hebben we nu terzijde geschoven. Er zullen vast en zeker discussies komen en waarschijnlijk zullen ze niet overal mee instemmen.

Wat zijn de pijnpunten?

De voortzetting van het TGV-project tussen Belfort en Mulhouse. Een deel is nog niet af en ik denk dat dit project van grote betekenis is voor ons grondgebied. De Groenen hebben ook bedenkingen bij kernenergie. Wat windenergie betreft, nemen wij hetzelfde standpunt in. En persoonlijk hoef ik mijn standpunt daarover niet te wijzigen. We hebben windenergie nodig, net zoals we veel andere hernieuwbare energiebronnen nodig hebben. Er wordt veel onzin en vele onwaarheden over windenergie rondgestrooid. Omdat de passie het gewonnen heeft van de rede in dit debat. Maar als er zoveel animositeit is, komt dat omdat er dingen staan te gebeuren die voor verandering gaan zorgen en dat vinden veel mensen lastig. Het geld voor windmolens komt trouwens niet van de staat, noch van de departementen of de regio, het komt van particuliere investeerders. Het lijkt me erg noodzakelijk dat de ontwikkelaars in een zeer vroeg stadium in dialoog treden met de burgemeesters. Niet pas als het project klaar is. En ik denk dat uiteindelijk deze investering de bewoners zal verzoenen met de windenergie.

  

Aan het einde van uw periode zette u de financiële sluizen wijd open om de economie verder te helpen. Zal een budgettair realiteitsbeginsel zich niet opdringen aan uw meerderheid tijdens dit nieuwe mandaat?

Daar zullen we allemaal mee te maken krijgen. We hebben te maken met een ongekende crisis. Ik hoop dat we in de komende jaren niet nog zo’n grote gebeurtenis meemaken. Wij hebben inderdaad veel geld gestoken in zowel de bescherming van de belangrijkste sectoren van de economie als in het herstel van de economie. En we zitten nu middenin dat herstelplan met een prioriteit om het door te zetten. Dit betekent dat allerlei activiteiten moeten worden gestimuleerd, waardoor werkgelegenheid wordt geschapen en een impuls wordt gegeven. Maar het is zeker zo dat we in de nabije toekomst niet opnieuw zoveel geld in de economie kunnen pompen. Anderzijds zullen wij de economische sector moeten blijven ondersteunen in het licht van de enorme uitdagingen die ons te wachten staan.

Wat zijn uw belangrijkste projecten voor de komende zes maanden?

Alles is met elkaar verweven. Allereerst moeten we ons herstelplan goed uitvoeren. Dit is van essentieel belang voor de economie. Daarna wil ik een periode van uitwisseling en discussie met de gemeenten, maar ook met de departementen. We hebben de gezondheidscrisis al aangegrepen om een alliantie aan te gaan ten dienste van de lokale economie. Wij moeten nu nagaan hoe wij het differentiatiebeginsel kunnen toepassen op de gebieden die het meest te lijden hebben. We zullen ze niet allemaal op dezelfde manier kunnen helpen, wij moeten precieze criteria vaststellen die ons in staat zullen stellen onze ingrepen in al ons overheidsbeleid te verbeteren.

Wat zijn, in economische termen, de uitdagingen van dit mandaat?

De belangrijkste uitdaging in een auto-industrie regio als de onze is de revolutie die in deze sector plaatsvindt, te ondersteunen. De industrie wordt volledig opgeschud door de overschakeling van verbrandingsmotoren op elektrische voertuigen. Het is een verandering die wij zullen ondersteunen door opleiding, door steun voor robotisering en door de verandering van banen te ondersteunen. Wij moeten ook bronnen aanboren die voor risicospreiding zorgen. Waterstof zou wel eens met een vooruitziende blik aan deze behoefte kunnen voldoen. Dit geldt ook voor de gehele biotechnologiesector in Dijon en Besançon, een sector die zich snel ontwikkelt en werkgelegenheid schept. Maar dwars door al deze uitdagingen hebben te maken met nog een andere uitdaging, namelijk die van de digitalisering: de uitdaging van de digitalisering is enorm voor onze regio, zowel voor de bedrijven als voor de inwoners.

La République en Marche komt in de regionale raad Kan het een bondgenoot worden, ook al heeft u de deur tijdens de verkiezingscampagne dichtgegooid?

Er is de tijd van campagne en een tijd van regeren. De problemen zijn dit jaar van dien aard dat het voor de hand ligt dat er toenaderingen plaatsvinden tussen rechts en links. Er zullen dus onvermijdelijk ook gesprekken worden gevoerd met de République en Marche. Dat is de realiteit. Als er geen toenadering gezocht zou worden, zouden we in sektarisme vervallen. Het gaat mij om een duurzame dialoog en wanneer de voorstellen van de oppositie mij billijk lijken, schaam ik mij er niet voor om ze over te nemen.

Uw meerderheid, maar ook de regionale uitvoerende macht is vernieuwd, soms zelfs verjongd. Moeten we dit zien als een teken van wat ons te wachten staat?

Alles op zijn tijd. Het is duidelijk dat er behoefte was aan vernieuwing. Het vond vooral plaats in de gelederen van de gekozenen uit de Yonne. Maar 2015 zagen we ook al een verjonging. Dit weerspiegelt het beeld van een vermenging van generaties om de toekomst beter voor te bereiden.

Aart Sierksma

Bron: Marie-Guite Dufay, présidente de la région Bourgogne Franche-Comté : “Déterminée à changer les choses pour changer la vie des gens” [Franck Morales et Matthieu Villeroy]

Een demonstratie voor vrijheid tegen extreemrechts

Overal in het land waren afgelopen zaterdag 12 juni grote demonstraties. In Sens waren 120 mensen op de been, in Auxerre marcheerden 150 mensen naar het gerechtsgebouw.

 

Vrijheid is niet vanzelfsprekend’. Verschillende leuzen werden op de weg geschreven door de deelnemers in Sens. Aan het eind van de ochtend bereikte de stoet het plein Champs-Plaisants via de Boulevards de Verdun et de la Marne.

Veel demonstranten gaven gehoor aan een gezamenlijke oproep van verschillende vakbonden, media en politieke partijen, zoals La France Insoumise en Europe Écologie-Les Verts (EELV) die allen een ‘klimaat van haat, racisme en aanvallen op de individuele en collectieve vrijheden’ aan de kaak stelden. Aan het begin deelden ze gougères (kaassoesjes) uit en als afsluiting kregen alle deelnemers een klein buffet aangeboden.

Er werden verschillende toespraken gehouden over uiteenlopende thema’s: De beperking van de vrijheden, de leugens van RN (Rassemblement National, tot 1 juni 2018 bekend als het Front National onder leiding van Marine Le Pen), de verantwoordelijkheid van de regering bij de opkomst van extreemrechts, de rol van de media. ‘Het gaat ons om de strijd tegen fascistische ideeën die in de loop van de tijd alleen maar toenemen’, aldus Jérome Thiriet, namens het eenheidscollectief. ‘In Sens mochten we niet eens over het Place de la République lopen. Dit hebben we als een aanval op de vrijheid om te demonstreren ervaren. We sluiten niet uit dat we dit voor de rechter brengen.’

Auxerre

Teleurstelling was er ook in de gelederen van de in Auxerre verzamelde demonstranten, die niet door het centrum van de stad mochten. Uiteindelijk liepen de 150 mensen die zich op de Boulevard du 11 novembre hadden verzameld, van de Arquebuse naar het rond-point de Paris om vervolgens voor het gerechtsgebouw bijeen te komen voor de slotmanifestatie.

Door hier te zijn, bevestigen wij opnieuw het belang dat we hechten aan onze vrijheid en onze samenleving’, aldus Hervé, een inwoner van Cravant. ‘Maar ook om te tonen dat links nog bestaat en dat het recht op demonstratie niet verloren mag gaan’.

Op de Place de l’Arquebuse, was Rose een van de eersten die aankwamen. ‘We mogen de geschiedenis niet vergeten,’ zegt deze altijd aanwezige demonstrante. Zij wijst met name op ‘het gevaar van extremen’. ‘Binnenkort zijn de regionale en departementale verkiezingen, maar ik maak me grote zorgen over de komende presidentsverkiezingen’, vervolgt de Auxerroise. ‘Ik vrees dat ik zal moeten kiezen tussen de pest en de cholera.’

De oproep tot een nationale demonstratie, gesteund door een twintigtal collectieven, bracht veel mensen op de been. De optocht in Auxerre startte achter een spandoek met de leus: ‘Wij zijn het lawaai van de pantoffels’. (‘Erger dan het lawaai van laarzen is de stilte van pantoffels’ schreef de Zwitserse schrijver Max Frisch na de tweede wereldoorlog en is vandaag de dag nog volledig actueel).

Dit is een zeer gecompliceerde periode van mobilisatie,’ zei Sand, een actief lid van het collectief. ‘Maar we zijn er nog steeds en we hebben opgeroepen om te demonstreren tegen extreem-rechtse ideeën en alle vormen van totalitarisme’. Voor Philippe Wante, afdelingssecretaris van de FSU (Fédération Syndicale Unitaire) die ook deelnam aan de demonstratie, is het belangrijk dat we ‘alarm slaan over de opkomst van extreemrechts en jacht maken op die ideeën. Een strijd die niet mag stoppen.’

Aart Sierksma

Bron: Dans l’Yonne, près de 300 personnes ont marché pour les libertés et contre l’extrême droite [Véronique Sellès, Caroline Girard]

Het windmolenpark van Santigny gaat niet door

De prefectuur van de Yonne heeft de knoop doorgehakt. Het windmolenpark van Santigny kan niet doorgaan. De weigering om een vergunning te verlenen is gebaseerd op de aanwezigheid van een beschermde diersoort: de zwarte ooievaar.

3 windturbines

Het plan was om drie windturbines te installeren in de buurt van de gemeente Santigny in het kader van een project dat in 2015 door de gemeente is opgestart. Deze gevaartes zouden 200 meter hoog worden met een vermogen van 33,2 GW, goed voor het elektriciteitsverbruik voor ongeveer 6.000 huishoudens.

1,2 hectare

Ongeveer anderhalve hectare bos zou gekapt moeten worden in de buurt van Santigny.

257 plantensoorten

In het gebied waar de windturbines zouden worden geplaatst, zijn tijdens de studie naar de effecten 257 plantensoorten geïnventariseerd. In een document dat in augustus 2020, een maand voor de opening van het openbaar onderzoek, door Abowind is gepubliceerd (het bedrijf dat het project uitvoert) staat: ‘De locatie waar de windturbines geplaatst gaan worden kent geen problemen wat betreft flora en kleine fauna. Bij de inventarisatie van de flora zijn 257 soorten of ondersoorten geïdentificeerd, waarvan geen enkele een beschermde status heeft. In het gebied zijn geen wetlands of aquatische milieus (milieus die zich gedeeltelijk of geheel onder water bevinden) waargenomen, die aan regelgeving zijn onderworpen’. In de studie wordt melding gemaakt van de aanwezigheid van enkele erfgoedplanten in het gebied, maar bij de installatie van de windturbines worden kwetsbare sectoren voor kleine fauna en flora vermeden.

Twee ooievaarsnesten

Er zijn wel twee ooievaarsnesten gevonden in de buurt van de plaats die voor de drie masten is gekozen. Deze soort (zwarte ooievaar) wordt als rood geclassificeerd op de lijst van bedreigde soorten in Frankrijk. De LPO-website (Ligue pour La Protection des Oiseaux) zegt: ‘Bedreigde broedparen en een kwetsbare passerende populatie,’ In 2019 zijn in Frankrijk tussen 70 en 90 paren geteld, waarvan slechts een tiental in de Bourgogne Franche Comté.

20 km

Het essentiële woongebied van de zwarte ooievaar bestaat uit zo’n twintig kilometer rond zijn nest. In het besluit benadrukt de prefectuur dat de afstand tussen het nest en de eerste windmolen slechts 3,7 kilometer is. Als één vogel sterft wordt de instandhouding van de soort op lokaal niveau al bedreigd.

De reacties

Bruno Charmet, voorzitter van l’association de sauvegarde de la haute vallée du Serein: ‘Ik ben tevreden met deze logische beslissing, gezien de ecologische context. Bij ieder ander besluit waren we in hoger beroep gegaan’.

Xavier Courtois, voorzitter van de communauté de communes du Serein, die onlangs een moratorium over het onderwerp windenergie aankondigde: ‘Het is een verdeeld onderwerp, waar de ja-stem in de gemeenteraad met een minieme meerderheid had gewonnen’.

Sylvie Charpignon, burgemeester van Santigny, die het project tijdens het debat had verdedigd, verklaarde dat zij niet wilde reageren op het besluit dat zij naar eigen zeggen nog niet op het gemeentehuis had ontvangen.

Op de vraag of Abowind al dan niet van plan is administratief beroep aan te tekenen tegen dit besluit, antwoordde een woordvoerder van het bedrijf: ‘Intern zijn wij bezig met de behandeling van de zaak om te zien welke actie wij zullen ondernemen’.

Aart Sierskma

Bron: Pourquoi le projet éolien de Santigny a-t-il été refusé par le préfet de l’Yonne?

Waarom geven we elkaar lelietjes-van-dalen op 1 mei

Heb je je ooit afgevraagd waar de traditie op de Dag van de Arbeid vandaan komt? In Frankrijk is 1 mei een vrije en doorbetaalde dag sinds 1947, maar de traditie van het lelietje-van-dalen is veel ouder. De geschiedenis van de kleine klokjesbloem gaat terug tot de Renaissance en Karel IX. Ook in de Oudheid, van de godin Flora bij de Romeinen tot Ostara bij de Germanen, bestonden er al bloemenfeesten ter ere van de lente.

Van de Renaissance tot het Vichy-regime

In de Renaissance was het gebruikelijk om op 1 mei een bloeiende tak aan elkaar te geven. Toen de koning in 1560 een bezoek bracht aan de Dauphiné kreeg hij een takje lelietjes-van-dalen. Het jaar daarop zou hij de bloem met klokjes zelf zijn gaan uitdelen aan de dames van zijn hof.

Maar het lelietje-van-dalen is niet altijd geassocieerd geweest met 1 mei: tijdens de Revolutie bijvoorbeeld werd het gekoppeld aan 7 Floréal (26 april), de dag van de republiek. (Floréal was de achtste maand van de Franse republikeinse kalender. De naam betekent: bloemmaand). Op de Dag van de Arbeid gaven de mensen elkaar toen een rode roos.

Witte lelietjes-van-dalen of rode rozen

Het lelietje-van-dalen kwam aan het eind van de 19e eeuw weer in de mode, dankzij de populaire zanger Felix Mayol, die altijd een takje van het lelietje-van-dalen op zijn jasje droeg, maar ook dankzij een feest dat op 1 mei 1900 door de grote Parijse couturiers werd georganiseerd en waarbij de dames een bosje lelietjes-van-dalen in hun handen kregen. Maar de rode roos bleef het lelietje-van-dalen op 1 mei verdringen tot 1941.

Onder maarschalk Pétain werd het lelietje-van-dalen opnieuw geïntroduceerd op 1 mei en in verband gebracht met het ‘feest van arbeid en sociale harmonie’ van het Vichy-regime. (Vichy-Frankrijk is de gebruikelijke benaming voor Frankrijk onder het autoritaire bewind van maarschalk Philippe Pétain tijdens de Tweede Wereldoorlog. Onder dat Vichyregime heette Frankrijk officieel État Français en zetelde de regering in de stad Vichy. Het Vichyregime duurde van 10 juli 1940 tot 20 augustus 1944. Gedurende die tijd collaboreerde het regime in steeds sterkere mate met Duitsland).

Volgens Pétain deed de rode roos te veel denken aan het communisme. De witte bloem bleef sindsdien geassocieerd met de Dag van de Arbeid tot de dag van vandaag.

Aart Sierksma

Bron: Pourquoi offre-t-on du muguet le 1er mai ? [Myriam Lebret]