De journaliste Laure Adler verkent de ouderdom

La Voyageuse de nuit is eigenlijk geen roman, het is veel meer een verhaal, een persoonlijke reis die gevoed wordt door gesprekken met andere schrijvers en door ontmoetingen met bekende en minder bekende mensen. Laure Adler is langzaam door het land van de ouderdom gereisd. Analyserend en enthousiast. Ze voelt zichzelf niet oud, maar ze weet dat ze geleidelijk aan dit land binnentreedt, een land waar we niet veel over praten, maar waar we ooit allemaal zullen wonen.

In het onderstaande interview ontmoeten we Laure Adler. We praten open ‘over het verstrijken van de tijd, waarbij we meer winnen dan we verliezen’.

Kort geleden is La Voyageuse de nuit (éditions Grasset, 224 pagina’s) uitgekomen, de vrucht van vier jaar onderzoek en schrijven. Uw uitgangspunten zijn allerlei teksten van verschillende auteurs en vooral ontmoetingen met veel mensen. Hoe is dit boek tot stand gekomen?

L.A. Als een onderzoek. Een reis naar het land van mezelf. Ik voel me nog niet oud, maar ik weet dat ik op weg ben naar de andere kant, naar het land van de ouderdom. Ik ben nog niet oud, maar ik word objectief gezien wel oud. Het is een persoonlijke reis en een onderzoek.

U zegt, verwijzend naar de samenlevingen van Afrika of Zuidoost-Azië, dat ‘de vergrijzing een rijkdom is’. Kun u zeggen waarom?

L.A. Ik denk dat we meer winnen dan verliezen. De winst zit bijvoorbeeld in ongedwongenheid, in geduld. Je wordt vrijer. Toen ik 50 werd, dacht ik dat het allemaal minder zou gaan worden. Maar het tegenovergestelde is waar. We doen nog volop mee. Het leven wordt zelfs intenser. Iedereen die met pensioen is, zolang je niet ziek of arm bent, kan schrijven, schilderen, reizen, enzovoorts.

In samenlevingen zoals in Afrika en Zuidoost-Azië wordt de oudere gerespecteerd, zelfs bewonderd.

U verwijst naar het boek van Simone de Beauvoir, La Vieillesse, waar ze het had over ‘beschaafde rampspoed’. Hoe moet ik dat lezen?

L.A. Ik verbind het met het neoliberale denken, met deze maatschappij die wil dat we allemaal hoogvliegers zijn. Een maatschappij die ons meer en meer uitperst. Vanaf een bepaalde leeftijd staan we als individu in de weg. Bij bedrijven, overal eigenlijk. We zijn teveel. Ik denk dat we een nieuw sociaal contract tussen de generaties nodig hebben.

U noemt militante verenigingen zoals Old’Up*. Zie u een verband tussen hen en de feministische strijd die u op uw 18e hebt gevoerd?

L.A. Het zijn geweldige mensen die de manier waarop we naar oudere mensen kijken willen veranderen. En ook de AAFA*, een vereniging die in het leven is geroepen om het ageïsme (leeftijdsdiscriminatie) te bestrijden waar acteurs, en vooral actrices, veelvuldig mee te maken hebben. Ja, ik wil graag een verbinding maken met de feministische strijd, want onder de mensen van mijn generatie zijn er velen die mei ’68 actief hebben meegemaakt. De protestbeweging die ten strijde trok omdat er geen plaats was voor jongeren in de samenleving. Vandaag de dag is het hetzelfde. Er zijn meer en meer senioren die niet weggestopt willen worden.

U heeft het over minachting. Oudere vrouwen worden misprijzend bekeken hoewel ze er nog steeds mooi uitzien. Is volgens u de manier waarop u naar vrouwen kijkt in 50 jaar tijd veranderd?

L.A. Ik denk dat de dingen in snel tempo veranderen. Het wordt steeds erger. We worden overspoeld met reclamebeelden. In onze maatschappij zijn er echter steeds meer senioren die fleurige kleding, spijkerbroeken, soms hoge hakken dragen. We gaan niet allemaal meer in het zwart zoals mijn moeder. En de mythe van de sexy bimbo van 18-25 jaar, daar zijn we nu wel klaar mee. Genoeg is genoeg.

Denkt u niet dat mannen misschien banger zijn om oud te worden dan vrouwen?

L.A. Ja, dat denk ik wel. Ik denk dat mannen van 50/60 een grotere angst voor veroudering hebben dan vrouwen. Maar ik geloof dat als ze 70 zijn ze het eerder als een pluspunt zien dan als een minpunt.

U brengt de meesterwerken van grote kunstenaars, van Picasso tot Louise Bourgeois ter sprake, die in de laatste tien jaar van hun leven met dubbele inzet zijn gaan produceren. Denkt u dat de wil om door te gaan intenser wordt naarmate je ouder wordt?

L.A. Ik denk het wel. Je hebt niets te verliezen, je bent helemaal vrij. Ik denk dat het creatiever, krachtiger en intenser kan zijn; je werkt alleen nog voor je eigen plezier.

Er wordt veel gepraat over het seniorenplan. Wat denkt u dat er gedaan moet worden voor de bejaardentehuizen?

L.A. De overheid moet betere wetgeving opstellen over de tarieven, die in sommige gevallen zeer hoog zijn. We moeten ook de generaties veel meer mengen, doorgaan met het bouwen van bejaardentehuizen in de buurt van kinderdagverblijven, kleuterscholen en scholen. Ik denk ook dat de rol van de zorgassistent moet worden opgewaardeerd. Dit zijn mensen die prachtig maar onderbetaald werk doen.

*De vereniging OLD’UP, opgericht in februari 2008, richt zich in de eerste plaats op de vergrijzing van de bevolking. De doelstellingen zijn:

– Het kennen en bekend maken van de plaats, de rol, de geschiktheid en het nut van ouderen.

– Het wegnemen van de obstakels voor deze generatie.

– Het vermogen tot autonomie van deze generatie vergroten, d.w.z. het vermogen om op zichzelf te reflecteren en vrijelijk te beslissen over haar levenskeuzes.

– Werken aan het optimaliseren van de relaties tussen de generaties.

*AAFA (Actrices et Acteurs de France Associés) is de beroepsvereniging van acteurs in Frankrijk.

Aart Sierksma

Bron: La journaliste Laure Adler explore le pays de la vieillesse dans son livre ‘La Voyageuse de nuit’ [Nicola Edge]