Meubelen van Karel

Min of meer bij toeval waren Rina en ik begin jaren tachtig van de vorige eeuw in Den Bosch beland, waar we een heel prettig, nieuw en ruim houtskeletbouw huis hadden gevonden. Het stond te koop en de vraagprijs was zeker niet onredelijk, maar het was de tijd van torenhoge hypotheekrentes, dus niet bepaald een goede kopersmarkt. De projectontwikkelaar bood het na een lange periode van leegstand te huur aan en dat kwam ons heel goed uit want ik kon ook niet makkelijk een koper vinden voor het huis dat ooit door advocaten werd omschreven als de voormalige echtelijke woning.
Nadat we het anderhalf jaar hadden gehuurd, kwam het opnieuw te koop en als huurders hadden we eerste keus. De vraagprijs was flink gedaald, de hypotheekrente ook en de voormalige echtelijke woning was verkocht, zij het voor minder dan we hadden gehoopt. Niettemin vielen de stukjes van de puzzel allemaal op hun plaats en we hapten snel toe. We hebben er ruim twintig jaar met veel plezier in gewoond.
We naderden wat toen werd genoemd de pensioengerechtigde leeftijd en het idee om naar Frankrijk te verhuizen nam steeds vastere vormen aan. Wilden we in het huis in Den Bosch blijven wonen, dan hadden we daarin fors moeten investeren voor verbouwen en opknappen. Rina was altijd al echt francofiel, ze had als jonge vrouw een tijdje in Frankrijk gewerkt, ze sprak de taal goed en wilde niets liever dan haar laatste jaren daar slijten. Ze was ernstig ziek, maar door haar mentale instelling en haar geweldige lichamelijke conditie merkte je dat niet.
In het najaar van 2004 gingen we een weekje serieus op zoek in Frankrijk, onze vrienden Ton en Trix gingen mee, alleen voor de gezelligheid. Het eerste huis dat we bezochten was eigenlijk meteen raak. Het lag op een heuvel in het begin van de Morvan, niet ver van Autun, aan de rand van een dorpje met een bakker en een slager. Een mooi perceel grond er omheen, fraaie, ruime kamers met “hauteur sous plafond” en een “vue dégagé” tot aan de kathedraal van Autun. Ton zei: “Henk, dit huis heeft een nadeel; als je het koopt komen wij iedere maand een week logeren.” De Nederlandse makelaar was zo slim om mee te delen dat we het zonder probleem een week konden huren om het te leren kennen. Dat deden we en na vijf dagen wisten we het zeker, dit huis zou van ons worden als het even kon. En zo geschiedde. We wisten ons huis in Den Bosch vlot te verkopen en we vestigden ons definitief in Frankrijk, het huis werd dus onze “résidence principale”.
We hebben een heel goede tijd gehad in dat heerlijke huis. Het heette “Chalet St. Merri”, genoemd naar de heilige Médéricus (wie kent hem niet) die rond het jaar 700 abt van het klooster in Autun was en die – nadat hij daar met ruzie was vertrokken – drie jaar lang als kluizenaar woonde bij de bron op het terrein. Hij was de beschermheilige van gevangenen en de op één na oudste kerk in Parijs is naar hem genoemd. De naam Saint Merri komt ook voor in het fascinerende boek Het Parfum van Süskind. Om het beeld compleet te maken: het huis was oorspronkelijk de zomerresidentie van de bisschop van Autun, dus wie weet komt het met mij nog goed.
Een geweldig huis om logés te ontvangen. Groot genoeg om elkaar niet voor de voeten te lopen en ze konden kiezen uit de grijze en de oranje kamer op de eerste verdieping, terwijl ze ook nog een eigen badkamer en de reusachtige zolder tot hun beschikking hadden. Vrienden en familie kwamen dan ook regelmatig, ook Ton en Trix, zij het lang niet iedere maand een week. Maar goed ook, want u weet, Bezoek en vis blijven drie dagen fris.
Na Rina’s overlijden heb ik nog vier jaar alleen gewoond in het Chalet St. Merri. De winters waren een beproeving, op den duur ga je in jezelf praten. Nu zeg ik weliswaar uitsluitend verstandige dingen, zoals u begrijpt, maar toch… In de zomertijd kwamen vrienden en familie weer en ik heb nog geruime tijd een zeer charmante vriendin gehad die regelmatig op bezoek kwam, maar in het najaar van 2012 besloot ik het huis te verkopen.

In de zomer van 2010 vroeg mijn goede vriend Frank of hij en zijn Johanna bij mij in huis konden trouwen en het werd een fantastisch feest daar in en rond het Chalet St. Merri. Frank, vorig jaar en veel te jong overleden, heeft mij jaren lang echt subliem geholpen met allerlei technische klussen in huis en ik was blij dat ik wat terug kon doen. Frank heeft in het huis onder andere de nieuwe keuken geplaatst en dat was bepaald geen simpel karweitje, want u weet dat een rechte hoek in een oud Frans huis ongeveer 89 of 91 graden heeft, maar in ieder geval nooit 90 graden. Die keuken vonden wij in Den Bosch waar een showroom uitverkoop hield. Aanvankelijk liepen Rina en ik er een paar keer voorbij, gewend als we waren aan ons moderne huis in den Bosch, maar later realiseerden we ons dat het Chalet St. Merri om een meer klassieke stijl vroeg, bij voorkeur zelfs iets met een beetje grandeur. Het verhuisbedrijf dat onze inboedel naar Frankrijk zou brengen, heeft alle kastjes en apparaten meegenomen op een proefverhuizing, die nodig was omdat we niet zeker wisten dat zo’n grote vrachtwagen de bocht naar het huis zou kunnen nemen. Dat bleek inderdaad niet het geval en de keuken werd uitgeladen op een pleintje in het dorp, waarvandaan ik de hele zaak kastje voor kast achterin de auto de heuvel op heb gereden.
De oorspronkelijke keuken in het huis was een soort klop-klop eiken geval, onbeschrijfelijk smerig en zeer onpraktisch en Rina en ik gingen aanvankelijk in Frankrijk op zoek naar wat beters; we wilden uit principe het liefst iets in Frankrijk kopen. We kwamen daarbij we ook in Château-Chinon terecht bij een zaak die – vrij vertaald – Meubelen van Karel heet. Hoewel we niet echt wild van enthousiasme werden, vonden we toch iets dat er zeker mee door kon en ik gaf de baas van de zaak een tekening met alle maten en verzocht hem om een offerte. Hij deinsde terug of ik hem een oneerbaar voorstel had gedaan. Oh, non non non monsieur, de maten kwamen ze zelf opnemen, stel je voor dat ik niet nauwkeurig genoeg was geweest. Ruim een week later, op een zaterdagmiddag kwam een kleine auto omhoog rijden en daaruit stapte een kwieke jongeman, keurig gekleed in een krijtstreep kostuum, compleet met corsage in het knoopsgat en overduidelijk op weg naar een bruiloft. Zeer precies werden alle maten genoteerd en alles werd op millimeterpapier getekend. Ten slotte verzocht hij mij bijna plechtig een formulier te ondertekenen voor de aanvraag van een offerte. Minutieus nam ik het formulier door om zeker te zijn dat ik niet voor iets anders tekende dan voor een offerte. Het zal een week of twee later zijn geweest dat we de nieuwe keuken in Den Bosch kochten, waarbij we ons een klein beetje bezwaard voelden ten opzichte van Meubelen van Karel. Tot onze verontschuldiging kan ik aanvoeren dat de Bossche keuken én mooier én goedkoper was dan de Franse.
Maar tot onze stomme verbazing en ook wel tot onze opluchting, hebben we nooit meer wat gehoord van Karel. Geen telefoontje, geen mail, geen fax, geen brief en dus ook geen offerte. Gewoon niets, nimmer, nooit.

auteur: Henk van Grondelle